Macrocommando Kortsluiting

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Macro's > Macro: commando's en parameters > Macro: berekeningscommando's >

Macrocommando Kortsluiting

Doel:

Berekening van de kortsluitvastheid van kabels en de netveiligheid van knooppunten. Er zijn drie parameters benodigd.

 

Algemene notatie:

ShortCircuit(object, sluitingsindex, boogweerstandindex)

 

De parameters corresponderen met de instellingen van de kortsluitberekening.

Object: Knooppunt of Aansluiting of NIL

Sluitingsindex: Soort kortsluiting

0: L1/L2/L3-N

4: L1/L2/L3-PE

8: h1-N

12: h1-PE

16: L1-L2

1: L1-N

5: L1-PE

9: h2-N

13: h2-PE

17: L1-L3

2: L2-N

6: L2-PE

10: h3-N

14: h3-PE

18: L2-L3

3: L3-N

7: L4-PE

11: h4-N

15: h4-PE

19: L1-L2-L3

Boogweerstandindex: Boogweerstand

   0: 0.00 Ohm

   1: 0.01 Ohm

   2: 0.10 Ohm

   3: 1.00 Ohm

 

Na een succesvolle uitvoering zijn de standaardobjecten Network.Result en Object.Result gelijk aan 'SHORT' en anders 'NO'.

 

Voorbeeld van een symmetrische kortsluiting op alle knooppunten, met 0 Ohm boogweerstand:

ShortCircuit(NIL, 00 )

text('Netwerk resultaat   :',network.result)

text('Kabel LS12 - LS13:')

text('Kortsluitvastheid:',cable('LS12 - LS13').Firm)

 

Geeft als resultaat voor het geoptimaliseerde netwerk 'demo.gnf':

 

Netwerk resultaat   :SHORT

Kabel LS12 - LS13:

Kortsluitvastheid:TRUE