<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Berekeningen > Spanningsdipanalyse > Spanningsdipanalyse: Algemeen |
De berekening is gebaseerd op de invloed van kortsluitingen, die plaatsvinden volgens de faalfrequenties van objecten (onder andere knooppunten en verbindingen). Deze functie combineert betrouwbaarheidsanalyse, kortsluitberekeningen en beveiliging, zodat het resultaat een statistisch beeld van de spanningskwaliteit is.
De sequentie van afschakeling wordt berekend aan de hand van de instellingen van de beveiligingen. Hierbij worden in het hele netwerk de spanningen en tijdsduren geregistreerd. Knooppunten die niet spanningsloos worden krijgen een bijdrage aan het resultaat van de spanningsdip.
Kortsluitingen
De grootte van de dip is afhankelijk van de plaats van de kortsluiting in het net. Een kortsluiting dichtbij de voeding zal meer impact hebben op de spanningen elders in het net dan een kortsluiting ver weg van de voeding. Bovendien heeft de soort kortsluiting invloed op de dip. De kortsluitingen zijn onderverdeeld in:
•Fase-aarde-kortsluiting
•Tweefasen (naar aarde)-kortsluiting
•Driefasen-kortsluiting
Tijdens een spanningsdip wordt de resterende dipspanning uitgerekend en gepresenteerd. Een grote dip resulteert dus in een lage dipspanning.
De tijdsduur van de dip wordt bepaald door de beveiliging (bijvoorbeeld door de instellingen van de stroombeveiliging).
Voor de berekening worden achtereenvolgens geëvalueerd:
•kortsluitingen op knooppunten, kabels en verbindingen
•faalkansen van de kortgesloten objecten
•diepte van de dips
•hoogte van de kortsluitstromen
•tijdsduur van de kortsluitingen
De resultaten worden als volgt geclassificeerd:
•negen dipcategoriën, in stappen van 10% van de nominale spanning
•negen tijdsduurcategorieën:
▪< 20 ms
▪20 ... 100 ms
▪100 ... 300 ms
▪300 ... 500 ms
▪0,5 ... 1 s
▪1 ... 2 s
▪2 ... 5 s
▪5 ... 10 s
▪> 10 s
Zie ook: