Stroombeveiliging

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Componenten en parameters > Schakelaars en beveiligingen >

Stroombeveiliging

Een stroombeveiliging is een onderdeel van een vemogenschakelaar. Bij elke vermogenschakelaar kunnen twee stroombeveiligingen worden opgenomen. Hiermee kunnen de verschillende richtingsgevoeligheden (voorwaarts, achterwaarts en ongericht) op een flexibele wijze gecombineerd worden.

De richtingsgevoeligheid van een stroombeveiliging kan worden gedefinieerd als

achterwaarts (<), gezien vanuit het knooppunt de tak of het element uit

ongericht (<>)

voorwaarts (>), gezien vanuit het knooppunt de tak of het element in.

Dit kan worden opgegeven op het niveau van de vermogenschakelaar onder Algemeen.

 

Van de stroombeveiliging kan een karakteristiek worden gekozen. De beveiligingen zijn hiertoe onderverdeeld in 6 verschillende soorten:

curve (stroom-tijd)

vaste tijd

inverse

speciaal

specifiek

LSI

 

 

Parameters

 

Het is mogelijk om naast de stroom-tijd-curve van deze beveiliging ook de curves/karakteristieken van andere geselecteerde stroombeveiligingen, verbindingen, motoren en transformatoren in de grafiek te zien. Klik tijdens het bewerken met rechts in de grafiek van de uitschakelkarakteristiek en kies bijvoorbeeld Alle geselecteerde stroombeveiligingen tonen of Idem, bij deze spanning. Zie ook: Beveiligingen.

 

Beveiligingen Instellen Stroom

 

Parameter

Default

Eenheid

Omschrijving

Type

 

 

Voorgedefinieerd type uit typenbestand

Kort

 

 

Korte type-omschrijving

Inom

0

A

Nominale stroom (wordt nauwelijks gebruikt)

t,input

0

s

Pickup-tijd

t,output

0

s

Eigen tijd aan de output-zijde

Karakteristiek

Curve

 

Karakteristieksoort (curve, vaste tijd, inverse, speciaal, specifiek)

Curve

 

 

 

  I1 ... I16

0

A

Stroomwaarden van 16 punten van de stroom-tijd-curve

  t1 ... t16

0

s

Tijdwaarden van 16 punten van de stroom-tijd-curve

Vaste tijd

 

 

 

   I>

0

A

Stroom voor trage afschakeling

   t>

0

s

Tijd van trage afschakeling

   I>>

0

A

Stroom voor medium afschakeling (bij 2 of 3 instelpunten)

   t>>

0

s

Tijd van medium afschakeling (bij 2 of 3 instelpunten)

   I>>>

0

A

Stroom voor snelle afschakeling (bij 3 instelpunten)

   t>>>

0

s

Tijd van snelle afschakeling (bij 3 instelpunten)

  Afval-aanspreek-

  verhouding

1

 

Verhouding van de stroomwaarde voor het afvallen van het relais ten opzichte van het aanspreken

  t,reset

0

s

Resettijd (0 = momentaan)

Inverse

 

 

 

  Soort

normal

 

Soort inverse: normal / very / extremely / long time / RI-inverse

  m

1

 

factor m (Time Multiplier Setting)

  I>

0

A

Stroom voor trage afschakeling

  I>>

0

A

Stroom voor medium afschakeling

  t>>

0

s

Tijd van medium afschakeling

  I>>>

0

A

Stroom voor snelle afschakeling

  t>>>

0

s

Tijd van snelle afschakeling

  Id

20

 

Factor van  I>, waarboven de tijd vast is

  Spanningsproportioneel

0

 

Spanningsafhankelijkheid van inverse beveiligingskarakteristiek

  Afval-aanspreek-

  verhouding

1

 

Verhouding van de stroomwaarde voor het afvallen van het relais ten opzichte van het aanspreken (alleen bij I>> en I>>> instelling)

  Reset

Schijfemulatie

 

Reset van inverse karakteristiek (schijfemulatie of vaste tijd)

  t,reset

0

s

Resettijd (0 = momentaan)

Speciaal

 

 

Zie modellering

  alfa

1

 

factor alfa

  beta

1

 

factor beta

  c

1

 

factor c

  d

1

 

factor d

  e

0

s

extra tijd

  m

1

 

factor m (Time Multiplier Setting)

  I>

0

A

Stroom voor trage afschakeling

  I>>

0

A

Stroom voor medium afschakeling

  t>>

0

s

Tijd van medium afschakeling

  I>>>

0

A

Stroom voor snelle afschakeling

  t>>>

0

s

Tijd van snelle afschakeling

  Id

20

 

Factor van  I>, waarboven de tijd vast is

  Afval-aanspreek-

  verhouding

1

 

Verhouding van de stroomwaarde voor het afvallen van het relais ten opzichte van het aanspreken (alleen bij I>> en I>>> instelling)

  t,reset

0

s

Resettijd (0 = momentaan)

Specifiek

 

 

 

  HV-fuse

 

 

Specifieke instelling van beveiligingsrelais WIC1 van Woodward SEG

  FR-fuse

 

 

Specifieke instelling van beveiligingsrelais WIC1 van Woodward SEG

LSI

 

 

 

   I>

0

A

Stroom voor trage afschakeling

   t

0

s

Tijd bij @I in I²t, van trage afschakeling

  @I

0

A

Stroom bij t in I²t, van trage afschakeling

  alfa

2

 

Exponent van I in Ialfat

  I>>

0

A

Stroom voor medium afschakeling

  t>> of t

0

s

Tijd van medium afschakeling of tijd bij @I in I²t, van medium afschakeling

  @I

0

A

Stroom bij t in I²t, van medium afschakeling

  I>>>

0

A

Stroom voor snelle afschakeling

  t>>>

0

s

Tijd van snelle afschakeling

  Afval-aanspreek-

  verhouding

1

 

Verhouding van de stroomwaarde voor het afvallen van het relais ten opzichte van het aanspreken

 

Voor een gedetailleerde beschrijving van de stroombeveiliging zie: ModelleringBeveiligingseenhedenInVision.pdf

 

 

MODELLERING

 

Richtingsgevoeligheid

De richtingsgevoeligheid wordt ingesteld bij de algemene parameters van de vermogenschakelaar. Aldaar kan worden ingesteld of de richtingsgevoeligheid voorwaarts, achterwaarts of niet is. Indien de beveiliging richtingsgevoelig is, kan de hoek RCA (Relay Characteristic Angle) worden gespecificeerd. Er zijn verschillende manieren om de richting van de stroom te bepalen op basis van de gemeten stromen en spanningen. Bij het energierichtingsrelais is de ‘90° Quadrature Connection’ de standaard aansluitmethode. De meting van de spanning vindt hierbij plaats in de niet-gestoorde fasen, op deze manier is een voldoende grote spanningsvector voorhanden (gekoppelde spanning), de spanning in de gestoorde fase kan immers dalen tot nul. Voor de beveiliging van fase a wordt de fasestroom Ia en de gekoppelde spanning Vbc gebruikt. Om maximale gevoeligheid te bereiken wordt de gekoppelde spanning met hoek RCA gedraaid. In geval van een aardfoutbeveiliging betreft het de homopolaire spanning en stroom, deze wordt niet met 90° verdraaid.

 

RCA

 

De maximale gevoeligheid van het energierichtingrelais wordt bereikt indien de referentiespanning in fase is met de foutstroom, in dit voorbeeld in fase met Ia_fault. De extra hoekverdraaiing, RCA, is in dit geval 50°. Het richtingselement zal een trip van het relais toestaan indien de stroomvector Ia_fault zich in het grijze gebied van bovenstaand figuur bevindt.

 

Curve

De curve beschrijft meestal het afschakelgedrag van een smeltveiligheid. De karakteristiek van een smeltveiligheid is gegeven in onderstaand diagram. De curve kan in het typenbestand worden beschreven met maximaal 16 punten.

Curve smeltveiligheid

 

Vaste tijd

De karakteristiek van de beveiliging is gegeven in onderstaand diagram. De karakteristiek kent één, twee of drie punten. Hieronder is de grafiek voor twee punten aangegeven.

Curve vaste tijd

 

Inverse

De algemene vorm van de karakteristiek is gegeven in onderstaand diagram. De uiteindelijke vorm van de curve wordt bepaald door de soort en de waarden van m, I> en eventueel I>> en t>>.

Beveiliging inverse curve

 

Van bovenstaande beveiliging zijn instelbaar:

Soort        normal inverse, very inverse, extremely inverse, long time inverse

I>        stroom voor de trage afschakeling

m        time multiplier setting (TMS)

I>>        stroom voor de snelle afschakeling

t>>        snelle afschakeltijd

I>>>        stroom voor de zeer snelle afschakeling

t>>>        zeer snelle afschakeltijd

 

Bij de beveiliging van generatoren kan het gewenst zijn om de beveiligingscurve afhankelijk te maken van de spanning. Deze functie te kiezen door bij de overstroombeveiliging het vinkje ‘spanningsproportioneel’ te selecteren. De k-factor in onderstaande formule wordt nu bepaald aan de hand van onderstaande karakteristiek:

 

Beveiliging Spanningsproportioneel k-factor

 

De inverse curve wordt berekend met behulp van de formule:

 

 

Voor de parameters van de inverse curve geldt onderstaande tabel:

 

Karakteristiek

α

β

Normal inverse

0,02

0,14

Very inverse

1

13,5

Extremely inverse

2

80

Long time inverse

1

120

 

De grafieken en formules voor dit type beveiliging zijn genormeerd en vastgelegd in IEC 60255-155. Naast deze inverse curves bestaat ook een RI-inverse-curve voor oudere elektromechanische relais, die wordt berekend volgens onderstaande formule:

 

 

Indien de stroom na het aanspreken van het relais onder de I> instelling komt zal het relais resetten. De resetfunctie van een relais kan een belangrijk criterium zijn bij de coördinatie ingeval van snel herhalende fouten en bij automatische herinschakeling (fast reclosers). De resetfunctie kan op drie manieren ingevoerd worden, te weten: momentaan (treset is nul), vaste tijd en schijfemulatie. De schijfemulatie is conform onderstaande IEEE-formule aangevuld met de k-factor:

 

 

Let op: de resettijd treset in bovenstaande vergelijking is inclusief de m-factor. Stel dat voor een relais een resettijd opgegeven wordt van 9,7 s en de m wordt ingesteld op 0,3 dan is de resettijd die in Vision ingevuld dient te worden gelijk aan 9,7 x 0,3 = 2,91 seconden.

 

Speciaal

De uitschakelkarakteristiek kan door de gebruiker zelf worden gespecificeerd via de formule:

 

 

 

 

Bovenstaande formule is ook bekend als de IEEE/IEC-curve:

 

 

 

 

Karakteristiek

α

β

c

d

e

treset

αreset

IEC-A Normal/Standard inverse

0,02

0,14

1

1

0

*

*

IEC-B Very inverse

1

13,5

1

1

0

*

*

IEC-C Extremely inverse

2

80

1

1

0

*

*

Long time inverse

1

120

1

1

0

*

*

IEEE-D MOD Moderately inverse

0,02

0,0515

1

1

0,114

4,85

2

IEEE-E VERY Very inverse

2

19,61

1

1

0,491

21,6

2

IEEE-F XTRM Extremely inverse

2

28,2

1

1

0,1217

29,1

2