Bijzonderheden

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  Componenten en parameters > Overig >

Bijzonderheden

Voor bijna alle objecten kan de gebruiker een of meerdere bijzonderheden invullen. Een bijzonderheid bestaat uit een kenmerk en een waarde.

De bijzonderheden kunnen worden toegevoegd, geraadpleegd en bewerkt. In dit scherm kan een nieuwe bijzonderheid worden ingevoegd door de cursor in het vrije veld te plaatsen of in het laatste reeds gedefinieerde veld en de cursor-toets 'naar beneden' eenmaal in te drukken. Dan verschijnt een nieuwe regel, waar een Kenmerk (beschrijving) en de Waarde kunnen worden ingevoerd.

 

Bijzonderheden kunnen in een View worden weergegeven. In het algemeen worden zowel kenmerk als waarde weergegeven.

Indien kenmerk wordt voorafgegaan door een /-teken, wordt alleen waarde weergegeven.

Indien kenmerk wordt voorafgegaan door //, worden kenmerk en waarde beide niet weergegeven.

 

Met Start | Selecteren | Bijzonderheid kunnen alle bijzonderheden van de objecten in een overzicht bekeken worden. Hiermee kunnen de objecten ook geselecteerd worden.

 

Verwijderen van bijzonderheden
Bijzonderheden kunnen verwijderd worden met: Start | Bewerken | Verwijderen | Bijzonderheid. Van alle geselecteerde objecten worden de bijzonderheden in een lijst weergegeven. Deze lijst kan worden gesorteerd door op de header te klikken. De geselecteerde kenmerken worden verwijderd indien het formulier met OK wordt verlaten.

Bijzonderheden verwijderen met tekst

Bijzonderheden kunnen verwijderd worden door een tekst op te geven die in het kenmerk of de waarde van de bijzonderheid moet voorkomen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van hoofdlettergevoeligheid en jokertekens. Selecteer hiertoe eerst alle relevante objecten. Kies vervolgens Start | Bewerken | Verwijderen | Bijzonderheid.

 

Kenmerk is een eenvoudige aanduiding van de bijzonderheid.

 

Waarde is bijvoorbeeld een getal, tekst, een verwijzing naar een bestand (document, spreadsheet, afbeelding) of een web-adres. Het is mogelijk om, naast tekst, een aantal referenties naar documenten, spreadsheets, afbeeldingen of web-adressen op te nemen. Voorbeelden:

 'C:\Mijn documenten\documentatie.doc',

 'C:\Mijn afbeeldingen\onderstation.bmp',

 'www.phasetophase.nl'.

 

Met de knop '...' wordt een dialoog geopend om een bestand als waarde te selecteren.

 

Met de knop '-->' wordt het bijbehorende programma opgestart om het bestand zichtbaar te maken.

De tekst %naam% wordt daarbij eerst vervangen door de naam van het object.

De tekst %id% wordt daarbij eerst vervangen door het ID van het knooppunt.

De tekst %type% wordt daarbij eerst vervangen door de typenaam van het object.

De tekst %<variabele>% wordt daarbij eerst vervangen door de netwerkvariabelewaarde of de Vision-variabelewaarde of de Windows-omgevingvariabelewaarde.

Bijvoorbeeld, voor een object met de naam "Knooppunt123" en met de onderstaande waarde in de bijzonderheden:

 'C:\Mijn afbeeldingen\%naam%.bmp',

wordt met de knop '-->' het bestand 'C:\Mijn afbeeldingen\Knooppunt123.bmp' geopend met het in Windows ingestelde programma.