<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Componenten en parameters > Overig > Profiel |
Met een profiel wordt het vermogen van een belasting of opwekking als functie van de tijd vastgelegd. Ook kan het spanningsverloop van de netvoeding vastgelegd worden.
Door gebruik te maken van een instelling in de loadflowberekening worden de profielen in de berekening verwerkt en kan over het resultaat als functie van de tijd gerapporteerd worden.
De profielen bestaan uit relatief tijdgerelateerde soorten. Dat betekent dat profielwaarden aan maanden, weken, dagen, uren of kwartieren gekoppeld kunnen worden.
De volgende soorten bestaan:
Profielsoort |
Aantal berekeningen |
Uren van één dag |
24 |
Halfuren van één dag |
48 |
Kwartieren van één dag |
96 |
Vijfminuten van één dag |
288 |
Uren van werkdag, zaterdag en zondag (7 dagen) |
168 |
Halfuren van werkdag, zaterdag en zondag (7 dagen) |
336 |
Kwartieren van werkdag, zaterdag en zondag (7 dagen) |
672 |
Vijfminuten van werkdag, zaterdag en zondag (7 dagen) |
2016 |
Uren van één week |
168 |
Uren van één week + maandfactoren |
8736 |
Uren van één week + weekfactoren |
8736 |
Uren van werkdag, zaterdag en zondag voor alle maanden |
8736 |
Daarnaast is er het vrije profielsoort, dat niet tijdgerelateerd is en uit een variabel aantal waarden (maximaal 300) bestaat.
Naast dit "interne" profiel kan gebruik worden gemaakt van een buiten het programma gedefinieerd extern profiel. Het externe profiel is altijd strikt tijdgerelateerd. Het externe profiel moet als Excel-bestand worden aangeleverd.
De profielen worden gebruikt bij de loadflow met profielen. De periode die berekend moet worden, wordt automatisch bepaald. Door te kiezen voor een van bovenstaande soorten, is daarmee vastgelegd hoeveel berekeningen door de loadflow moeten worden uitgevoerd. Indien in een netmodel meerdere soorten door elkaar zijn gebruikt, wordt rekening gehouden met het profiel met de fijnste verdeling. De tussenliggende waarden voor profielen met een minder fijne verdeling worden door interpolatie bepaald.
Een profieltype kan gedefinieerd zijn in de objecttypen in het typenbestand Types.xlsx op het tabblad Profile.
Een profiel moet eerst worden aangemaakt bij Invoegen | Trends | Profiel alvorens het aan een element kan worden toegekend. Hierbij kan een bestaand profieltype uit de objecttypen worden gekozen en bewerkt of een geheel nieuw profiel worden gedefinieerd. Het profiel wordt in het netwerkbestand opgeslagen. De profielen kunnen met behulp van de elementformulieren worden toegekend aan de elementen of via Start | Bewerken | Collectief | Element.
Werkwijze:
•Maak eventueel eenmalig eigen profieltypen in Types.xlsx.
•Maak in het netwerk profielen aan door te kiezen uit deze profieltypen of door nieuwe te definiëren.
•Wijs de profielen toe aan (transformator)belastingen en generatoren: individueel of via Start | Bewerken | Collectief | Element.
Het is ook mogelijk om aan de netvoeding een spanningsprofiel toe te wijzen.
Definiëren en bewerken van een profiel met Excel
Een profiel, dat is geopend om te definiëren via Invoegen | Trends | Profiel of om te bewerken via Start | Bewerken | Trends | Profiel kan eenvoudig vanuit Excel worden gevuld. Hiertoe wordt het gebied met de gegevens in Excel gekopieerd en in het formulier geplakt. De linkerbovenhoek van het gegevensgebied in Excel komt overeen met de linkerbovenhoek van het gebied waarin de gegevens geplakt worden. On onderstaand voorbeeld is een gebied van 2 kolommen en 4 rijen met waarden van 0,9 geplakt in de kolommen 'dinsdag' en 'woensdag' van 3:00 tot 6:00 uur.
Een gebied met gegevens kan omgekeerd ook vanuit het formulier gekopieerd en in Excel geplakt worden. Het gebied wordt in het formulier geselecteerd met behulp van ingedrukte linker muisknop of de cursor-toetsen met ingedrukte Shift-toets.
PARAMETERS
Profiel
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Naam |
|
|
Naam van het profiel |
Type |
|
|
Naam van type profiel uit typenbestand |
Soort |
vrij |
|
Profielsoort (vrij of tijdgerelateerd) |
f1 … f3456 |
1 |
|
Maximaal 3456 factoren tussen -10 en 10 |
De factoren kunnen ingesteld worden tussen -10 en 10. Voor de meeste toepassingen, zoals het berekenen van een dagbelastingsprofiel, worden waarden tussen 0 en 1 toegepast, zodat een factor gelijk aan 1 overeenkomt met de maximum belasting, zoals opgegeven in het elementformulier.
In de Opties kan bij Netwerk | Standaardtrends | Profiel een of meerdere gedefinieerde profielen worden opgegeven die bij nieuw te creëren netwerken automatisch worden toegevoegd.
BEREKENING
Het rekenen met profielen wordt geactiveerd met de instelling Berekenen | Basis | Loadflow | Extra | Profiel. In het formulier voor de berekeningsinstellingen kan op het tabblad Profiel worden ingesteld of de gelijktijdigheidsfactoren van de knooppunten in de berekening moeten worden meegenomen.
De resultaten kunnen worden bekeken in het netschema, als tabel en als grafiek.
•In het netschema worden de minima en maxima getoond van de bij de View ingestelde attributen.
•Bij Berekenen | Resultaten | Overzicht wordt een tabel met vermogens voor alle berekende tijdstippen getoond. Gepresenteerd zijn, zowel voor de selectie als voor het gehele net, de vermogens van: netvoeding, opwekking, belasting en verlies.
•Bij Berekenen | Resultaten | Details wordt met de button Details voor de betreffende object een tabel getoond van de resultaten voor alle tijden.
•Bij Berekenen | Resultaten | Grafiek worden de spannings-, stroom- en vermogensbanden van alle geselecteerde objecten als staafdiagrammen getoond.
•Bij Berekenen | Resultaten | Detailgrafiek worden de spanning, stromen en vermogens van alle geselecteerde objecten in de tijd getoond.
MODELLERING
Default profiel
Het ingebouwde profiel "Default" heeft 300 factoren die gelijk zijn aan 1. Dit profiel is niet instelbaar.
Loadflow
De opgegeven belastingen en de opgewekte vermogens worden vermenigvuldigd met de opgegeven factoren. Het aantal loadflowberekeningen is dus afhankelijk van de profielsoort.
De factoren hebben invloed op het vermogen van alle elementen, behalve de nulpuntstransformator. Zie onderstaand overzicht.
Het profiel wordt weergegeven als functie f(t). Het actuele vermogen voor een belasting of een transformatorbelasting op het tijdstip t in het jaar i:
P(t) = P ⋅ schaling(i) ⋅ groei(i) ⋅ f(t)
Q(t) = Q ⋅ schaling(i) ⋅ groei(i) ⋅ f(t)
of als de instelling 'Gelijktijdigheid meenemen voor (transformator)belastingen' voor aanvang van de loadflow gekozen is:
P(t) = P ⋅ gelijktijdigheid ⋅ schaling(i) ⋅ groei(i) ⋅ f(t)
Q(t) = Q ⋅ gelijktijdigheid ⋅ schaling(i) ⋅ groei(i) ⋅ f(t)
Het actuele vermogen voor een generator of motor op het tijdstip t:
P(t) = Pref ⋅ f(t)
Het actuele vermogen voor een spoel of condensator op het tijdstip t:
Q(t) = Q ⋅ f(t)
De actuele spanning van een netvoeding op het tijdstip t:
U(t) = Uref ⋅ f(t)