<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Opties > Opties, Berekening |
De berekeningsopties zijn als volgt ingedeeld:
•Algemeen (basisvermogen, frequentie, link-impedantie, geleidertemperatuur, kleurindicatie)
•Grenzen (spanning, belastinggraad (normale situatie/storingssituatie), belastbaarheid verbindingen)
•Loadflow (geavanceerd)
•Kosten (verliezen, rente en belastingsfactor)
•Betrouwbaarheid (hersteltijden)
•Beveiliging (berekeningsstappen, foutweerstanden)
•IEC 61363
•Vlamboog (IEEE 1584 of Box test)
•Netanalyse (berekeningsstappen, foutsoortaandeel, weigeren schakelaars)
•Macro (begrenzing aantal iteraties en doorlooptijd)
•Pseudomonitor
•Foutplaatslokalisatie
•Transportanalyse
Algemeen
Basisvermogen
Met het basisvermogen Sbasis worden alle opgegeven vermogens voor de berekening genormeerd naar waarden in pu. De waarde van Sbasis moet aangepast zijn aan de vermogens die in het netwerk voorkomen. Een exacte formule is niet te geven. De defaultwaarde van 10 MVA zal in het algemeen voldoen. Als richtlijn kan Sbasis gekozen worden als geschat gemiddelde van gevraagde en geleverde vermogens op de knooppunten. Als benadering kan daarbij gekozen worden uit bijvoorbeeld 1, 10, 100 en 1000 MVA voor respectievelijk LS-distributie, MS-distributie, MS-transport en HS-transportnetten.
Frequentie
Hiermee kan de frequentie van het te berekenen netwerk worden ingesteld. De frequentie heeft invloed op enkele reactieve componenten, namelijk kabels, spoelen en condensatoren.
Linkimpedantie
1 µΩ tot 10 mΩ.
Geleidertemperatuur
De geleiderweerstand is opgegeven bij een specifieke geleidertemperatuur. Voor de kabels is dit vastgelegd in het typenbestand. Voor de verbindingen is dit vastgelegd in het invoerformulier.
De geleiderweerstand voor loadflow en storing sequentieel wordt berekend voor de temperaturen die hier zijn vastgelegd. Deze optie staat standaard aan met het vinkje bij Toepassen. Door het vinkje bij Toepassen weg te halen, wordt gerekend met de weerstand zoals opgegeven bij het kabeltype of verbinding.
In de IEC 60909-berekening wordt voor berekening van Ik"max altijd uitgegaan van een temperatuur van 20 °C.
Kleurindicatie
Knooppunten, takken en elementen kunnen na een berekening bij het overschrijden van grenzen in kleur worden weergegeven. De attentiekleur wordt gebruikt door diverse berekeningen.
Zie ook: Beeld.
Complexe notatie
Het formaat van complexe getallen in de rapporten en gedetailleerde resultaten.
Grenzen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen grenzen voor een "normale situatie" en grenzen voor een "storingssituatie". De grenzen voor een normale situatie liggen dichter bij de nominale waarden dan grenzen voor een storingssituatie. Deze grenzen worden voor diverse doelen gebruikt, afhankelijk van de berekening.
De grenzen voor knooppunten kunnen voor vier vaste spanningsniveau's afzonderlijk worden gedefinieerd: LS (kleiner dan 1 kV), MS (tussen 1 en 30 kV), TS (tussen 30 en 100 kV) en HS (groter dan 100 kV).
De belastingsgrenzen voor GPLK-kabels, niet-GPLK-kabels, verbindingen, transformatoren en elementen kunnen afzonderlijk worden gedefinieerd. Deze grenzen worden voor diverse berekeningen gebruikt.
Indien in de views Dunste kabeldeel is gekozen, wordt de typenaam van het dunste kabeldeel weergegeven, samen met de nominale stroom (Inom') en deze stroom vermenigvuldigd met de (niet)GPLK-waarde van Bmax voor de storingssituatie.
Belastbaarheid van verbindingen
Het is mogelijk om voor de indicatie van de belastbaarheid van een verbinding, bijvoorbeeld een hoogspanningslijn, te kiezen uit drie stroomwaarden. Hiermee kan bijvoorbeeld de invloed van het seizoen (zomer/winter) op de maximale belastbaarheid worden ingesteld. Dit geldt overigens niet voor de kabels, waar de keuze voor de belastbaarheid per kabeldeel moet worden gespecificeerd.
Presets
Dit zijn zeven presets, die in diverse berekeningen gebruikt kunnen worden.
Een preset bestaat uit vier belastingspercentages en een transformatorregelingtaktiek.
Loadflow
Dit zijn enkele geavanceerde opties, om de loadflow "er doorheen te helpen", als de loadflow niet oplost. Deze meeste opties worden niet opgeslagen in het optiesbestand.
En een optie om bij de transformatorregelingen hele trapstanden te gebruiken.
Kosten
Hier kunnen kostengerelateerde gegevens worden gespecificeerd betreffende verliezen (bedrijfstijd en prijzen), rente en loadfactor.
Zie ook: Kosten.
Betrouwbaarheid
Hier kunnen parameters voor de betrouwbaarheidsberekening worden gespecificeerd. Onder andere tijden voor het herstelproces.
Zie ook: Betrouwbaarheid.
Beveiliging
Aantal berekeningsstappen: | het aantal equidistante plaatsen in een kabel of verbinding, waar Vision een fout aanbrengt voor zowel de simulatie- als de selectiviteitsberekening. Een optie is opgenomen om ook vlakbij de knooppunten een kortsluiting in de kabel of verbinding te simuleren, op respectievelijk 1% en 99% van de lengte. |
Selectiviteit,
Foutweerstanden: | de reeks weerstanden waarmee kortsluitingen worden aangebracht voor het berekenen van de selectiviteitsgrafieken. |
Selectiviteit,
Invloed elementbeveiligingen: | bepaalt of het uitschakelen van beveiligingen in elementen al dan niet een invloed heeft op de vaststelling van de selectiviteit. |
Zie ook: Beveiliging.
IEC 61363
Hier kunnen parameters voor de IEC 61363-berekening worden gespecificeerd.
Vlamboog
Hier kunnen parameters voor de vlamboogberekening worden gespecificeerd.
Netanalyse
Spanningsdipanalyse en beveiligingsanalyse
Aantal berekeningsstappen: | het aantal equidistante plaatsen in een kabel of verbinding, waar Vision een fout aanbrengt voor de spanningsdipberekening en beveiligingsanalyse. Een optie is opgenomen om ook vlakbij de knooppunten een kortsluiting in de kabel of verbinding te simuleren, op respectievelijk 1% en 99% van de lengte. |
Foutsoortaandeel: | een reeks van getallen, waarmee de gebruiker de weging aangeeft voor de foutsoort tegenover alle mogelijke kortsluitingen, die gesommeerd zijn in de faalfrequenties. |
Beveiligingsanalyse
Foutweerstanden: | waarden voor de weerstand op de foutplaats. Naar keuze 0 Ohm en twee additionele weerstandswaarden. De tweede additionele waarde wordt niet bij kabels gebruikt. Deze tweede additionele waarde wordt verdubbeld in de berekening van eenfasefouten. |
Weigerniveau: | het niveau van sequentieel weigerende beveiligingen (analyse van 0, 1 of 2 weigerende schakelaars). |
Signalering: | mogelijkheid om grote laatste uitschakeltijden te signaleren. |
Rapporteren: | keuze van rapportage-items. |
Storingsanalyse
Maximaal aantal
schakelhandelingen: | het maximale aantal schakelhandelingen dat is toegestaan voor herstel. |
Grenzen: | bij het omschakelen worden de normale grenzen of de storingsgrenzen uit de opties gebruikt. |
Ten koste van overbelasting: | bij het herstellen wordt tijdens het omschakelen overbelasting toegestaan. Indien aangevinkt, krijgt het herstellen prioriteit op het voorkomen van overbelasting. |
Ten koste van overspanning: | bij het herstellen wordt tijdens het omschakelen overspanning toegestaan. Indien aangevinkt, krijgt het herstellen prioriteit op het voorkomen van overspanning. |
Ten koste van onderspanning: | bij het herstellen wordt tijdens het omschakelen onderspanning toegestaan. Indien aangevinkt, krijgt het herstellen prioriteit op het voorkomen van onderspanning. |
Ten koste van netdeelgrensschakelen: | bij het herstellen wordt tijdens het omschakelen netdeelgrensschakelen toegestaan. Indien aangevinkt, krijgt het herstellen prioriteit op het voorkomen van netdeelgrensschakelen. |
Macro
Hiermee kan een begrenzing worden ingebouwd, voor het geval een macroberekening onbedoeld in een oneindige lus terechtkomt. Ook kan een begrenzing worden opgenomen voor het geval een macroberekening te lang zou duren. De instelmogelijkheden zijn:
Maximaal aantal iteraties (while en repeat): | het maximaal aantal keren dat eenzelfde lus doorlopen wordt, |
Maximale uitvoeringstijd: | de maximale rekentijd dat een macro mag duren. Indien een waarde van 0 is gespecificeerd, wordt op dat punt geen controle uitgevoerd. |
Zie ook: Macro's.
Pseudomonitor
Aantal iteraties
Het aantal iteraties dat wordt toegepast om de metingen kloppend te krijgen.
Maandelijkse maximale waarde bewaren in metingen van meetveld
De maximale maandwaarden worden automatisch toegevoegd aan de metingen van een meetveld.
Extreme netwerken opslaan
De vijf tijdstippen waarop een uiterste waarde werd bereikt, worden als netwerkbestand opgeslagen.
Zie ook: Pseudomonitor.