Pseudomonitor

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Berekeningen > Pseudomonitor >

Pseudomonitor

Het doel van de pseudomonitor is het monitoren van middenspanningsnetten op basis van metingen en belastingprofielen. Het monitoren bestaat uit het berekenen van de spannings- en stroomhuishouding in een netwerk, gedurende een periode.

 

 

INVOER

 

De pseudomonitor maakt gebruik van de volgende invoer:

een Vision-netwerk van een middenspanningsnet met transformatorbelastingen als distributiestations

een aantal Excel-bestanden of tekstbestanden, per bestand betrekking hebbende op één of meerdere afgaand velden in het onderstation, bestaande uit een aantal tijdstippen met een meting van vermogen of stroom.

eventueel een aantal Excel-bestanden of tekstbestanden met externe profielen.

 

Metingen

Een standaard-metingen-Excelbestand bevat van één veld gedurende een aantal tijdstippen stroom- of vermogensmetingen.

De eerste rij bevat de header. Voor stroommetingen is dit: A1: Datum; B1: Tijd; C1: Stroom. Dit mag ook zijn: A1: Datum tijd; C1: Stroom.

Voor vermogensmetingen is dit: A1: Datum; B1: Tijd; C1: P. Dit mag ook zijn: A1: Datum tijd; C1: P. Het blindvermogen mag hieraan toegevoegd worden: D1: Q. De vermogenswaarden zijn in kW en kvar.

Bedrijfsspecifieke meetbestanden kunnen op aanvraag ondersteund worden.

 

Netwerkbestand

Het netwerkbestand bevat profielen. Aan elementen wordt in het invoerformulier een tijdgerelateerd profiel toegekend.

De belastingwaarde van een element wordt zo gekozen dat deze, vermenigvuldigd met de profielfactoren, een goede schatting geeft van de actuele belastingen.

In de afgaande velden wordt een meetveld aangebracht. De naam van een meetveld moet overeenkomen met het begin van een metingenbestandsnaam. Eventueel is deze combinatie bedrijfsspecifiek.

 

 

BEREKENEN

 

Start de berekening als volgt:

Kies Berekenen | Pseudomonitor | Fase 1

Selecteer de te verwerken meetbestanden. Gebruik <Ctrl> en/of <Shift> om meer bestanden te selecteren. Kies Excel- of tekstbestanden bij Bestandstype.

 

Tijdens de berekening worden voor elk te berekenen tijdstip (meting) de elementen op hun verwachte belastingswaarde gezet, met behulp van de profielen. Hierna wordt een loadflow uitgevoerd. Het berekende schijnbaar vermogen in het afgaande veld wordt vergeleken met het gemeten vermogen. Alle elementen zonder bijzonderheid "pseudomonitor=vast" in dat veld worden gecorrigeerd. Hierna wordt nog een loadflow uitgevoerd. Het berekende vermogen komt nu binnen één procent overeen met het gemeten vermogen. Alle stromen en spanningen in het netwerk zijn nu bekend.

 

 

RESULTATEN

 

Na de berekening zijn voor elk berekend tijdstip de volgende resultaten beschikbaar:

laagspanning van alle transformatorbelastingen

belasting van alle transformatorbelastingen

verlies van alle transformatorbelastingen

belasting van alle kabels

verlies van alle kabels

totaal vermogensverlies.

 

Tevens zijn vijf tijdstippen gedetecteerd waarop een uiterste waarde werd bereikt:

maximale laagspanning van een transformatorbelasting

minimale laagspanning van een transformatorbelasting

maximale belasting van een transformatorbelasting

maximale belasting van een kabel

maximaal totaalvermogen.

 

De resultaten zijn op verschillende manier te bekijken.

 

Schematisch

In het schematische netwerk worden bij de berekende objecten de spanningsband en/of de belastingsband getoond.

 

Algemeen

Kies Berekenen | Resultaten | Overzicht. Er verschijnt een globaal overzicht van de resultaten, te weten de vijf uiterste situaties, de bedrijfstijd cq. tijdsduur van de berekende periode en het totale energieverlies tijdens de bedrijfstijd.

 

Gedetailleerd

Selecteer een aantal objecten en kies Berekenen | Resultaten | Details of klik met rechts op een object. Per object worden alle berekende banden getoond. Met de knop Details worden alle berekende tijdstippen met hun berekende waarden getoond.

 

Grafisch

Selecteer een aantal objecten en kies Berekenen | Resultaten | Grafiek. Van de geselecteerde objecten worden de banden grafisch getoond.

Selecteer een aantal objecten en kies Berekenen | Resultaten | Detailgrafiek. Van de geselecteerde objecten worden de resultaten grafisch getoond in vier grafieken. De vijfde grafiek toont het totale vermogensverlies van de geselecteerde objecten.

 

Netwerk

De actuele netwerken behorend bij de vijf uiterste situaties worden optioneel na de berekening automatisch opgeslagen in netwerkbestanden. Deze netwerkbestanden hebben dezelfe naam als het geopende netwerkbestand, aangevuld met de datum en tijd. Na het openen van zo'n netwerk in Vision kunnen omschakelingen en storingssituaties handmatig geanalyseerd worden.

 

 

FASE 2

 

Na fase 1 zijn bij de elementen de werkelijke belastingen op alle tijdstippen bekend. Het is nu mogelijk om hiermee een gewijzigde netconfiguratie te berekenen voor de hele periode. Kies hiertoe Berekenen | Pseudomonitor | Fase 2.

De beschikbare resultaten zijn gelijk aan fase 1, uitgezonderd de grafiek met correctiefactoren en het opslaan van de netwerken in de vijf uiterste situaties.

 

 

FASE 3

 

Na fase 1 zijn bij de elementen de werkelijke belastingen op alle tijdstippen bekend. Het is nu mogelijk om hiermee een gewijzigde netconfiguratie te berekenen voor de hele periode en/of PV automatisch toe te voegen aan belastingen en transformatorbelastingen op basis een op te geven percentage. Kies hiertoe Berekenen | Pseudomonitor | Fase 3.

De beschikbare resultaten zijn gelijk aan fase 1, uitgezonderd de grafiek met correctiefactoren en het opslaan van de netwerken in de vijf uiterste situaties.