<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Berekeningen > Negengeleidermodel > Negengeleidermodel: Openbare verlichting |
Door de modellering van de hulpaders kan aan gecombineerde netten voor distributie en voor openbare verlichting (OV) gerekend worden. De invoer maakt veel koppel- en aansluitmogelijkheden mogelijk. Overal in het net kunnen hulpaders aan de hoofdaders worden gekoppeld. Het is mogelijk om:
•een combikabel op een LS-rek aan te sluiten,
•een doorgaande verbinding te maken, zelfs met verwisseling van de hulpaders,
•hulpaders parallel te schakelen en
•aftakkingen naar een eigen OV-net te modelleren.
Het aantal aansluitmogelijkheden is in de praktijk veel minder dan theoretisch mogelijk. Gekozen is voor onderstaande mogelijkheden:
•De OV-belasting kan in een eigen OV-net worden aangesloten tussen een fase en de nul en tussen twee fasen.
•Bij een combikabel kan de OV-belasting onder andere tussen een hulpader en de nul worden aangesloten.
De structuur van een geïntegreerd OV-net kan zeer divers zijn. Het OV-net wordt aangesloten op het LS-rek. Hierbij is een separate beveiliging aanwezig. De beveiliging van de hoofdaders en de hulpaders wordt apart gespecificeerd.
Op alle knooppunten kunnen doorverbindingen worden gemaakt. Per kabel kunnen schakelaars in aders en hulpaders worden geopend en gesloten.
Een aftakking van een combikabel naar een eigen OV-net kan worden gerealiseerd in de eerste separate OV-kabel.
Aansluiting hulpsysteem op hoofdsysteem
De aansluiting van een combikabel op een LS-rek kan worden gerealiseerd door in het knooppunt, dat het LS-rek voorstelt, de hulpaders te koppelen op de fasen. Dat gebeurt door het matrixje met checkboxen, linksonder in het formulier, in te vullen. In dit voorbeeld worden de hulpaders h1, h2 en h3 aangesloten op respectievelijk hoofdaders L1, L2 en L3. De vierde hulpader h4 wordt ook op hoofdader L3 aangesloten. Met behulp van de checkboxen rechts van de hulpadernamen h1 t/m h4 kunnen de hulpaders onderling worden verbonden, zonder ze op de hoofdaders te hoeven aansluiten.
Het is niet mogelijk om een hulpader op twee hoofdaders aan te sluiten. Wel blijft het mogelijk de hulpaders op separate knooppunten op verkeerde hoofdaders aan te sluiten, waardoor in het net een kortsluiting ontstaat. Hierop wordt niet gecontroleerd. De verantwoording voor een juiste aansluiting ligt volledig bij de gebruiker.
Doorgaande verbinding hulpaders
Een doorgaande verbinding behoeft geen invoer voor de knooppunten. Alle checkboxen van de fasen naar de hulpaders blijven leeg.
Van de kabels kunnen schakelaars in alle aders naar believen geopend en gesloten worden. Bij een normale doorgaande verbinding blijven alle checkboxen gesloten.
In bovenstaande verbinding is in elk van de hulpaders een zekering opgenomen.
Overgang van combikabel met hulpaders naar een eigen OV-net
Bij een overgang van een geïntegreerd net naar een eigen OV-net gaat het systeem met hoofdaders en hulpaders over in een systeem met alleen hoofdaders. Van de kabel waar de overgang plaatsvindt worden bij de eindmof (het knooppunt in bovenstaande illustratie) de schakelaars in de fasen geopend. De hulpaders lopen wel door naar het knooppunt.
In de doorgaande OV-hoofdkabel (200 m 16 Al) worden de hoofdaders verbonden met de hulpaderknooppuntjes. Dat kan door in het formulier van deze kabel te kiezen voor "niet symmetrisch" en met de rechtermuisknop op de schakelaar-checkboxen van de fasen te klikken. Door dit te doen verschijnt een pop-up-menu, waarmee aangegeven kan worden op welke ader de betreffende geleider moet worden aangesloten. In onderstaand voorbeeld zijn de drie geleiders L1, L2 en L3 van het separate OV-net aangesloten op respectievelijk hulpaders h1, h2 en h3 van het gecombineerde net.
Illustratie overgang: aansluiting OV-hoofdkabel op een combikabel
Ook in de aansluiting kunnen de hoofdaders aangesloten worden op de hulpknooppuntjes van het knooppunt.
Aftakking van een gecombineerd net naar een eigen OV-net
Het geval van een aftakking van een gecombineerd net naar een eigen OV-net gaat op dezelfde wijze als bij een overgang. De aftakking wordt gerealiseerd in de eerste separate OV-kabel van knooppunt LS01 naar OV11.
Terug naar: Negengeleidermodel.
Zie ook: Kabel.