Macrocommando ForSelection ... End

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Macro's > Macro: commando's en parameters > Macro: loopcommando's >

Macrocommando ForSelection ... End

Doel:

Voer een stuk macro uit voor alle objecten van een gespecificeerde soort binnen een selectie. De objecten zijn één voor één beschikbaar in een variabele.

 

Het ForSelection-commando komt altijd voor samen met een End. Tussen ForSelection en End staan de herhaaldelijk uit te voeren commando's. Algemene notatie:

ForSelection ( ExtendedObject( SelectieNaam ) , ObjectVariabeleNaam )

End

 

Een ExtendedObject kan zijn:

een object (Node, Link, Cable, Line, …), zoals gedefinieerd in paragraaf 4.1

Branch: algemene aanduiding voor een tak tussen twee knooppunten (Link, Cable, …)

Element: algemene aanduiding voor een element op een knooppunt (Source, SynGen, …)

Secondary: algemene aanduiding voor een schakelaar of beveiliging (Fuse, Breaker, ...)

Object: algemene aanduiding van een component in het netwerk.

 

Voorbeelden:

Doe een N-1 analyse voor alle takken in de selectie met naam 'MS-net':

Set( sheet, 1 );

Set( rij, 1 );

ForSelectionBranch'MS-net' ), uitvallendetak )

Write( sheet, rij, 1, uitvallendetak )

Set( uitvallendetak.FirstSwitch, open )

Loadflow0, , true )

Write( sheet, rij, 2, Node('MijnKnooppunt').upu)

Set( uitvallendetak.FirstSwitch, closed )

Add( rij, 1 )

End

 

Druk van alle componenten in de selectie met naam 'MijnSelectie' de naam af:

Set( sheet, 1 )

Set( kolom, 1 )

Set( rij, 0 )

ForSelectionObject'MijnSelectie' ), Component )

Add( rij, 1 )

Write( sheet, rij, kolom, Component.Name )

End