<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Berekeningen > Flikker > Algemeen |
Flikker wordt aangeduid met de termen Pst (short term perturbation) en Plt (long term perturbation). Pst is het over 10 minuten bepaalde flikkerniveau. Voor 0,2 tot 30 flikkeringen per minuut, waarbij aangenomen is dat daarbij de stroom stapvormig verandert, kan de Pst worden berekend met een uit IEC 61000-3-7 afgeleide formule:
Pst = 0,34 · d · 3√r
waarin:
d : spanningsdip (%)
r : aantal flikkeringen per minuut
Volgens deze formule is bij 3 inschakelingen per minuut en een spanningsdip van 2% de Pst gelijk aan 1. Naast de index voor de korte termijn is de index voor de lange termijn (long term) Plt gedefinieerd, die kan worden berekend uit het gemiddelde van 12 opeenvolgende Pst-waarden. Aangezien Pst is betrokken op 10-minutenmetingen, is Plt betrokken op twee uren.
Flikker is vrijwel altijd in meer of mindere mate op de achtergrond aanwezig in het net en wordt vrijwel geheel veroorzaakt door acties van alle aangeslotenen. Dit achtergrond-flikkerniveau (Pst,achtergrond), vermeerderd met de bijdrage van de individuele aangeslotene, ΔPst, levert de uiteindelijke kwaliteitsindicator voor de flikker. Hierbij worden de afzonderlijke indicatoren gesommeerd met de derde macht. Dit is een benadering die verband houdt met de fysiologie van het menselijk oog. Door de derde macht hebben kleine waarden voor ΔPst (tot 0,3) slechts geringe invloed op de totale Pst:
Pst = 3√(Pst,achtergrond3 + ΔPst3 )
De eisen uit de Netcode gelden voor de totaal optredende flikker. Met de bijdrage van een individuele aangeslotene aan de flikker, ΔPst, en de in het net aanwezige achtergrond-flikker (Pst,achtergrond en Plt,achtergrond), kan worden bepaald of op het aansluitpunt aan de in de Netcode gestelde eisen wordt voldaan.
Zie ook: