Schakelstation of regelstation?
Bij transport van vermogens groter dan 5 MVA naar een belastingconcentratie op meer dan 5 km vanaf een HS/MS-station wordt geïnvesteerd in extra bedrijfszekerheid. Er wordt bijvoorbeeld een aantal MS-kabels parallel gelegd vanaf het onderstation naar een schakelstation. Als bij een storing in één van de parallelle kabels deze selectief moet worden afgeschakeld kunnen de overige kabels de energielevering blijven verzorgen. Vanaf het schakelstation wordt via afgaande MS-strengen het achterliggende gebied gevoed. Deze oplossing wordt toegepast voor vermogens t/m 20 MVA.
MS-transportverbinding met schakelstation
Het schakelstation wordt gevoed door 5 parallelle 3 x 240 mm2 Al-kabels van elk 10 km lengte. De spanning in het schakelstation is met 9,96 kV lager dan gewenst. Op het schakelstation zijn MS-strengen aangesloten, waarover de spanningsval maximaal 5% mag bedragen, zodat de spanning tot 9,46 kV kan dalen.
MS-transportverbinding met schakelstation
Versterken van de transportverbinding helpt maar ten dele. Uitbreiding van 5 naar 8 kabels verhoogt de spanning tot 10,23 kV, maar ook deze waarde is niet hoog genoeg om verzekerd te zijn van voldoende spanning aan het einde van de MS-strengen. Een goed alternatief is dan het schakelstation te vervangen door een regelstation door een spanningsgeregelde boostertransformator te plaatsen.
MS-transportverbinding met regelstation
De 20 MVA regeltransformator is uitgerust met een regelschakelaar met 19 trapstanden van elk 150 V, waardoor de overzetverhouding bij een nominale spanning van 10,6 kV geregeld kan worden tussen 9,250 en 11,950 kV.
MS-transportverbinding met regelstation
De spanningsregeling van de regeltransformator is ingesteld op een secundaire spanning tussen 10,5 en 10,8 kV. Hierdoor wordt met trapstand 5 een overzetverhouding gerealiseerd van 10,60/11,35 kV. De spanning op de geregelde rail van het regelstation is in het voorbeeld 10,62 kV, maar kan volgens de bandbreedte van de spanningsregeling ook 10,5 kV bedragen. De spanningsdaling over de MS-strengen mag nu 3,5% bedragen.
Of de ontwerper hier genoegen mee neemt, hangt onder andere af van de lengtes van de MS-strengen in relatie tot het afgenomen vermogen.
Samengevat uit paragraaf 13.3.2 uit ‘Netten voor distributie van elektriciteit’.