<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Berekeningen > Storing sequentieel > Storing sequentieel: Algemeen |
Met de sequentiële storingsanalyse kunnen specifieke foutsituaties worden berekend en geanalyseerd.
In opeenvolgende sequenties kunnen meerdere fouten (in de vorm van een foutimpedantie) op zowel knooppunten als in kabels, verbindingen en elementen worden aangebracht. Hiermee is het mogelijk om meervoudige of "cross country" fouten te kunnen berekenen. Bij elke sequentie worden alle in het netwerk optredende stromen en spanningen berekend. Behalve het maken van een fout is het ook mogelijk om de schakelaar in een tak of element te openen.
In Vision wordt voor de sequentiële storingsanalyse gebruik gemaakt van de compensatiemethode. In tegenstelling tot IEC (60)909, wordt het netwerk actief voorgesteld en zijn belastingen, capaciteiten van verbindingen en shunts in het netwerk opgenomen.
In de volgende figuur is een eenvoudig Vision-netwerk weergegeven dat bestaat uit drie knooppunten. Knooppunt K1 is verbonden met de netvoeding en knooppunt K3 bevat een belasting, een generator en een motor. Op knooppunt K2 wordt een symmetrische storing verondersteld met een foutimpedantie Rf + jXf.
Netwerk in Vision met storing op knooppunt K1
In Vision wordt voor de sequentiële storingsanalyse het netwerk uit deze figuur vervangen door het netwerk zoals weergegeven in de volgende figuur.
Modellering van het netwerk voor de sequentiële storingsanalyse
Netvoeding, generator en motor zijn vervangen door een Norton-equivalent, waarbij is uitgegaan van een door een loadflow bepaalde "pre-fault" spanning. Op welke wijze R en X van de objecten worden bepaald, staat beschreven bij de objectbeschrijvingen.
Op knooppunt K2 is de symmetrische storing aangebracht in de vorm van een impedantie Rf + jXf.
Met de sequentiële storingsanalyse wordt de subtransiënte kortsluitstroom Ik" op elke aangegeven foutplaats berekend. Daarnaast worden alle spanningen, tak- en elementstromen berekend. Stromen en spanningen kunnen zowel complex als absoluut per fase (a, b, c) of per systeem (homopolair, normaal, invers) worden weergegeven. De spanningen worden weergegeven als fasespanningen ten opzichte van de referentie.
Zie voor meer informatie: kortsluitberekeningen.pdf.
Zie ook: