<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Macro's > Macro: commando's en parameters > Macro: berekeningscommando's > Macrocommando Selectivity |
Doel:
Uitvoeren van de beveiligingselectiviteitsberekening naar keuze op één knooppunt, in een kabel of in een verbinding of in een element.
Indien de berekening voor één knooppunt wordt aangeroepen, wordt voor dat knooppunt de selectiviteit berekend. De transformatortrapstanden worden bij deze berekening niet aangepast aan de loadflowsituatie.
Indien de berekening met NIL wordt aangeroepen (zonder specificatie van knooppunt, kabel, verbinding of element), wordt de selectiviteit voor alle objecten uitgerekend.
Algemene notatie:
Selectivity ( Node( KnooppuntNaam ), Sluiting )
Selectivity ( Cable( KabelNaam ) , Sluiting )
Selectivity ( Line( VerbindingNaam ) , Sluiting )
of
Selectivity ( NIL, Sluiting )
Op de plaats van Sluiting moet een tekstwaarde worden ingevuld of een tekstvariabele. De mogelijkheden zijn:
'abc' | : symmetrische sluiting |
'abc0' | : symmetrische sluiting met aardcontact |
'a0' | : fase-aarde sluiting |
'b0' | : fase-aarde sluiting |
'c0' | : fase-aarde sluiting |
'ab' | : fase-fase sluiting |
'ac' | : fase-fase sluiting |
'bc' | : fase-fase sluiting |
'ab0' | : fase-fase-aarde sluiting |
'ac0' | : fase-fase-aarde sluiting |
'bc0' | : fase-fase-aarde sluiting |
Na een succesvolle uitvoering zijn de standaardobjecten Network.Result en Object.Result gelijk aan 'SEL' en anders 'NO'.
Voorbeelden:
Uitvoeren symmetrische selectiviteitsberekening:
Selectivity ( Node ('MijnKnooppunt') , 'abc' )