Macrocommando Protection

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Macro's > Macro: commando's en parameters > Macro: berekeningscommando's >

Macrocommando Protection

Doel:

Uitvoeren van de beveiligingéénfoutberekening naar keuze op één knooppunt, in een kabel of in een verbinding of in een element.

 

Algemene notatie:

Protection ( Node( KnooppuntNaam ), Afstand, Sluiting, Rf, Xf, [Opwekking], [Belasting], [PV], [Wind], [Zonnetijd] )

Protection ( Cable( KabelNaam )      , Afstand, Sluiting, Rf, Xf, [Opwekking], [Belasting], [PV], [Wind], [Zonnetijd] )

Protection ( Line( VerbindingNaam ) , Afstand, Sluiting, Rf, Xf, [Opwekking], [Belasting], [PV], [Wind], [Zonnetijd] )

 

Afstand in procent. Niet van toepassing bij knooppunt.

 

Op de plaats van Sluiting moet een tekstwaarde worden ingevuld of een tekstvariabele. De mogelijkheden zijn:

'abc': symmetrische sluiting
'abc0': symmetrische sluiting met aardcontact
'a0' : fase-aarde sluiting
'b0' : fase-aarde sluiting
'c0' : fase-aarde sluiting
'ab' : fase-fase sluiting
'ac' : fase-fase sluiting
'bc' : fase-fase sluiting
'ab0': fase-fase-aarde sluiting
'ac0': fase-fase-aarde sluiting
'bc0': fase-fase-aarde sluiting

 

Na een succesvolle uitvoering zijn de standaardobjecten Network.Result en Object.Result gelijk aan 'PROT' en anders 'NO'.

 

Voorbeelden:

Uitvoeren symmetrische éénfoutberekening:

Protection ( Node ('MijnKnooppunt') ,0 , 'abc' , 0, 0 )