Berekening

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Berekeningen > IEC 61363 >

Berekening

Om IEC 61363 berekening uit te voeren moet(en) eerst knooppunt(en) geselecteerd worden. Daarna kan de berekening gestart worden via het menu Berekenen | IEC 61363.

 

Opties

In de opties kunnen de volgende berekeningsopties ingesteld worden:

Rekentijden in periodes van de nominale frequentie of in milliseconden. Dat zijn de tijdstippen voor welke de kortsluitstromen berekend moeten worden.

Drie initialisatieopties: initialisatie met de nominale gegevens (U0=Unom, I0=Inom), initialisatie met de loadflowberekening (U0=Uloadflow, I0=Iloadflow) en de berekening vanaf onbelaste toestand (U0=Unom, I0=0). De manier van de initialisatie heeft invloed op interne e.m.k.’s van machines en uiteindelijk op de resulterende kortsluitstromen. Voor de initialisatie met de loadflowberekening moet er aandacht besteed worden aan de convergentie van de loadflow in eilandbedrijf (voor meer details zie Eilandbedrijf).

Ikd invoer van synchrone machines gebruiken: met gebruik van deze optie wordt de stationaire kortsluitstroom van een synchrone machine zodanig aangepast dat deze gelijk wordt aan de invoergegevens die op tabblad Dynamische | IEC 61363 voor desbetreffende machine gegeven is. Als Ikd van een synchrone machine naar nul gezet is, wordt Ikd voor deze machine automatisch bepaald.

Ikd van synchrone machines naar minimaal 3xInom forceren: indien deze optie gezet is, wordt de stationaire kortsluitstroom altijd naar tenminste 3 keer van de nominale stroom geforceerd. Dit geldt echter voor de kortsluitingen op het generatorknooppunt. Met het vergroten van de (elektrische) afstand tot het kortsluitpunt neemt de stationaire kortsluitstroom af. De forcering van de stationaire kortsluitstroom (die in principe de forcering van de veldspanning/veldstroom van een synchrone generator representeert) vindt alleen plaats als de stationaire kortsluitstroom kleiner is dan 3 keer Inom.

Waarschuwingen weergeven: waarschuwingen voor bijvoorbeeld de forcering van de stationaire kortsluitstroom van synchrone machines kunnen aan-/uitgeschakeld worden. Foutmeldingen worden altijd wel weergegeven.

 

Algoritme

Het algoritme van de berekening is als volgt. Eerst worden de kortsluitstromen bepaald (op in de Opties ingestelde tijdstippen) voor alle synchrone en asynchrone machines. Deze kortsluitstromen zijn gelijk aan de stromen tijdens kortsluitingen op de knooppunten van machines. Verder worden de machines die aan één knooppunt gekoppeld zijn, geequivalenteerd volgens secties 7.3 en 7.4 van de norm. Als er alleen asynchrone motoren op één knooppunt zitten, worden parameters van equivalente asynchrone motor bepaald (sectie 7.3). Als er synchrone machines aanwezig zijn (of een combinatie van synchrone en asynchrone machines), worden parameters van equivalente synchrone generator berekend (sectie 7.4). Afname van de kortsluitstroom met de (elektrische) afstand wordt met aanpassing van tijdconstanten en impedanties van equivalente machines gemodelleerd. Weerstanden en reactanties van passieve takken (die in serie aan de machines zijn gekoppeld) worden voor deze aanpassing gebruikt. De manier waarop dit gedaan wordt, is in sectie 8.2 van de norm beschreven. Vision equivalenteert machines en passieve takken stap voor stap totdat het net volledig geequivalenteerd is. In de eindsituatie blijft er alleen één equivalente synchrone generator die aan het kortsluitpunt gekoppeld is. Stromen van deze fictieve generator zijn gelijk aan de totale kortsluitstromen tijdens kortsluiting op gekozen knooppunt.