<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Berekeningen > Beveiliging > Beveiliging voor Enexis > Taktiek |
De aanwezigheid en instellingen van beveiligingen worden gecontroleerd met: Berekenen | Beveiliging | Enexis | Taktiek.
Beveiligingsinstellingen
Als eerste worden afwijkende beveiligingsinstellingen gedetecteerd.
Beveiligingen in transformatoren, transportkabels en afgaande distributiekabels moeten ingesteld zijn volgens de voorgeschreven taktiek. Als er een afwijking wordt geconstateerd, wordt de beveiliging gemeld, met de actuele instelling en de voorgeschreven instelling.
Wat wordt er getest?
•Smeltveiligheid en eerste stroombeveiliging in een transformator of transformatorbelasting
•Eerste aardfoutbeveiliging in een transportkabel
•Eerste stroombeveiliging en eerste aardfoutbeveiliging in een distributiekabel
•Eerste stoombeveiligingen/distantiebeveiligingen aan weerszijden van een transportkabel
Ontbrekende beveiligingen
Als tweede worden ontbrekende beveiligingen gemeld.
•Een transformator moet een beveiliging bevatten
•Een transportkabel of afgaande distributiekabel moet een beveiliging bevatten
Een beveiliging is hier een smeltveiligheid, stroombeveiliging, differentiaalbeveiliging of distantiebeveiliging.
Staffeling
Als derde worden staffelingsfouten in het distributienet opgespoord.
Ten opzicht van een zekere beveiliging moet een voorliggende beveiliging bij diverse stromen met een grotere tijd zijn ingesteld.
'Diverse' stromen lopen tot maximaal 40 kA voor symmetrische kortsluitingen en tot maximaal 3000 A resp. 1000 A voor eenfasekortsluitingen in een geaard resp. ongeaard net.
Smeltveiligheden, stroombeveiligingen, distantiebeveiligingen en aardfoutbeveiligingen worden in beschouwing genomen.
Bij een afwijking worden de beveiliging en voorliggende beveiliging gemeld.
Instelbaarheid
Als vierde wordt de instelbaarheid van beveiligingen getest.
Bij een foutje wordt de beveiliging met zijn instellingen gemeld, evenals de minimaal en maximaal instelbare waarden of de nabij gelegen instelbare waarden.
Tussenbeveiligingen
Als vijfde worden de tussenbeveiligingen getest.
Meer dan één sequentiële tussenbeveiliging in een streng wordt gemeld.
Laatste beveiligingen zonder I>>
Als zesde worden laatste eerste stroombeveiligingen zonder I>> gemeld.
In zo'n geval zou deze trap ingesteld kunnen worden.
Differentiaalbeveiligingen met afwijkende meettransformatoren
Als zevende worden differentiaalbeveiligingen met afwijkende meettransformatoren opgespoord.
Het gaat hier om de Inom van de stroommeettransformatoren.
Een 7SD610 mag verschillende Inom's hebben en veroorzaakt nooit een melding.
Bij een MBCI en een DL91 moeten de primaire zijden gelijk zijn.
Bij een DL4 moeten de primaire en secundaire zijden gelijk zijn.
Bij een 7SD503, een 7SD74 en een RN25b moeten de primaire zijden in principe gelijk zijn, maar wordt bij een afwijking vermeld dat dit wel mogelijk is bij toepassing van een tussenstroomtransformator.
Beschikbare, maar niet ingestelde aardfoutbeveiligingen
Als achtste worden niet ingestelde maar wel beschikbare aardfoutbeveiligingen gemeld.
Het gaat hier om een niet ingestelde eerste aardfoutbeveiliging, waar wel de eerste stroombeveiliging is ingesteld.
De ook gebruikelijke controle op kabels met een Inom groter dan 1500 A en kabels met een lengte kleiner dan 10 m zijn onderdeel van de algemene netwerkcontrole in Vision, uit te voeren via Voorbereiden.