Betrouwbaarheid: Begrippen

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  Berekeningen > Betrouwbaarheid >

Betrouwbaarheid: Begrippen

Bij betrouwbaarheidsberekeningen wordt internationaal een aantal vaste begrippen en bijbehorende symbolen gehanteerd. Volledigheidshalve worden enkele veelgebruikte begrippen kort weergegeven.

 

Invoergegevens objecten

Voor het uitvoeren van betrouwbaarheidsberekeningen moeten de faalgegevens van de diverse objecten bekend zijn. Hiervoor gebruikt men:

faalfrequentie : het gemiddelde aantal malen per jaar dat het object faalt

reparatieduur : de gemiddelde duur in minuten van de reparatie of eventuele vervanging van het object als dit gefaald heeft

weigerkans : de kans dat een vermogenschakelaar of smeltpatroon weigert uit te schakelen in geval van een storing.

onderhoudsfrequentie: het gemiddelde aantal malen per jaar dat het object in onderhoud is

onderhoudsduur: de gemiddelde duur van het onderhoud

onderhoudsafbreekduur: de gemiddelde tijdsduur dat onderhoud aan een specifieke object afgebroken kan worden in geval van een calamiteit

 

Resultaten

De resultaten na berekening zijn:

F: niet-beschikbaarheidsfrequentie of onderbrekingsfrequentie: het gemiddelde aantal malen per jaar dat een object niet-beschikbaar is of een afnemer niet van energie kan worden voorzien als gevolg van één of meerdere storingen

D: niet-beschikbaarheidsduur of gemiddelde onderbrekingsduur: het gemiddeld aantal minuten dat een object per gebeurtenis niet-beschikbaar is of de energie niet geleverd kan worden als gevolg van één of meerdere storingen

P: niet-beschikbaarheidsduur per jaar of onderbrekingsverwachting: de gemiddelde tijd per jaar dat een object niet-beschikbaar is of de energie niet geleverd kan worden als gevolg van één of meerdere storingen

P: niet-beschikbaarheidskans of onderbrekingskans: gelijk aan voorgaande, echter uitgedrukt in procenten, waarbij 'min per jaar' is omgerekend naar een eenheidsloze factor

NGE: niet-geleverde-energie: gemiddelde hoeveelheid energie per jaar dat een element, als gevolg van storingen, niet kan leveren of afnemen

P*GV: grootverbruikerstoringsminuten: product van niet-beschikbaarheidsduur (of onderbrekingsverwachting) en het aantal grootverbruikers

P*RV: royaalverbruikerstoringsminuten: product van niet-beschikbaarheidsduur (of onderbrekingsverwachting) en het aantal royaalverbruikers

P*KV: kleinverbruikerstoringsminuten: product van niet-beschikbaarheidsduur (of onderbrekingsverwachting) en het aantal kleinverbruikers

 

Niet-beschikbaarheid

De term niet-beschikbaarheid wordt gedefinieerd als het deel van de tijd dat een object onvoorzien niet-beschikbaar is. De invloed van voorziene niet-beschikbaarheid (bijvoorbeeld een object die ten gevolge van preventief onderhoud uit bedrijf is) wordt niet meegenomen. De invloed van preventief onderhoud op de niet-beschikbaarheid is wel aanwezig in combinatie met faalgebeurtenissen die ontstaan tijdens preventief onderhoud.

 

Groepen

Een groep is een verzameling objecten die beveiligd wordt door één en dezelfde beveiliging (vermogenschakelaar of smeltpatroon) of die begrensd worden door netopeningen. Falen van één van de objecten in de groep leidt tot uitschakeling van de gehele groep. Zie ook: Groep.

 

Enkele fout

Elke fout wordt beschouwd als één gebeurtenis. Tijdens de herstelactie van een fout kunnen geen andere fouten optreden in overige objecten, met uitzondering van de hierna te behandelen dubbele fouten. Het falen van een object leidt in het algemeen tot het afschakelen van de gehele groep door selectief uitschakelen van de beveiliging.

 

Falen vermogenschakelaars

De betrouwbaarheidsmodule houdt op twee manieren rekening met het falen van vermogenschakelaars, te weten:

een sluiting in een vermogenschakelaar (falen)

het weigeren van een vermogenschakelaar tijdens een fout op een object (weigeren).

Indien een vermogenschakelaar weigert, wordt zijn functie overgenomen door een andere vermogenschakelaar of smeltveiligheid. In dat geval wordt er niet meer selectief afgeschakeld.

 

Common-cause-fouten

Een common-cause-fout, een dubbele fout met gemeenschappelijke oorzaak, resulteert in het gelijktijdig falen van twee of meer objecten, bijvoorbeeld bij graafwerkzaamheden. Een common-cause-fout wordt beschouwd als één gebeurtenis die wordt gekenmerkt door een faalfrequentie waarmee de twee of meer objecten gelijktijdig falen. Er treedt geen nieuwe fout op tot dat de gefaalde objecten hersteld zijn.

 

Preventief onderhoud

Indien onderhoud wordt uitgevoerd aan een object, zal de gehele groep uit bedrijf worden genomen, zodat aan alle objecten in deze groep onderhoud kan worden gepleegd. Gelijktijdig met het onderhoud wordt er vanuit gegaan dat onderhoud wordt gepleegd aan schakelende objecten. Het is daarom niet noodzakelijk onderhoudsgegevens van schakelende objecten separaat in te voeren.

 

Zie ook:

Algemeen

Modellering

Invoergegevens

Berekening

Resultaten