<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Componenten en parameters > Elementen > Aansluiting |
De aansluiting bestaat uit een stuk aansluitkabel en een "meterkast", waarachter zich belasting en/of opwekking bevindt. In de meterkast is het mogelijk nul en PE te koppelen en een aardelektrode aan te sluiten.
PARAMETERS
Algemeen
Schakeling
In het schema kunnen de fasen, de nul en de PE worden geschakeld. De fasegeleiders van de aansluiting kunnen worden aangesloten op de hoofdgeleiders L1/L2/L3 en ook op de hulpgeleiders h1/h2/h3/h4 van de distributiekabel. Overschakelen op een andere geleider vindt plaats door met de rechtermuisknop op de checkbox te klikken en vervolgens een geleider te kiezen.
Indien Eigen configuratie gekozen wordt, kunnen nul en PE al dan niet gekoppeld worden en kan een aardelektrode worden aangesloten. Ook kan in de Eigen configuratie de weerstand van de aardelektrode gespecificeerd worden. Negen gebruikersspecifieke aardingsconfiguraties kunnen vooraf worden geconfigureerd in de Opties, met Netwerk | Objectconfiguraties | Aansluiting. Indien een van deze vooraf gedefinieerde configuraties wordt gekozen, zijn deze parameters vast.
Twee hulpgeleiders kunnen in de meterkast doorverbonden worden om het doorlussen te modelleren. Dit geldt voor h1 met h3 en/of h2 met h4.
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Kabeltype |
1) |
|
Type van de aansluitkabel; mag niet ingevuld zijn als lengte nul is |
Kabeltype (kort) |
1) |
|
Korte typenaam van de aansluitkabel |
Lengte |
|
|
Lengte van de aansluitkabel; mag nul zijn |
Fasen |
|
|
Aangesloten/gebruikte fase(n) |
Aardlekschakelaar |
0 |
mA |
Waarde van de aardlekschakelaar. 0 is: niet aanwezig |
Aansluitwaarde |
|
|
Aanduiding van aantal fasen en stroom |
Beveiligingstype |
1) |
|
Type van de smeltveiligheid of stroombeveiliging in de meterkast |
Soort |
combi |
|
Soort aansluiting |
Ra |
0 |
Ohm |
Aardingsweerstand (in geval van een aardingsvoorziening) |
Risico |
onwaar |
|
Risico-aansluiting m.b.t. aanrakingsveiligheid |
1) Het type wordt geselecteerd uit het typenbestand. Hierbij worden alle parameters gekopieerd.
Belasting
Een belasting kan tussen fase en nul (L - N) of tussen twee fasen (L - L) worden aangebracht.
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
P |
0 |
kW |
Reëel vermogen |
Q |
0 |
kvar |
Blindvermogen |
S |
0 |
kVA |
Schijnbaar vermogen |
I |
0 |
A |
Belastingstroom |
cos phi |
1 |
|
Arbeidsfactor |
Symmetrisch |
ja |
|
Symmetrische belasting |
Gedrag |
constante stroom |
|
Belastingsgedrag: constante admittantie/stroom/vermogen |
Profiel |
Default |
|
Naam van het belastingsprofiel |
Inschakelfrequentie |
0 |
keer per minuut |
Inschakelfrequentie |
Via de button Weergave kan worden omgeschakeld tussen de verschillende mogelijkheden om de belasting in te voeren. De waarden worden hierbij naar elkaar omgerekend.
Gedrag
Voor de spanningsafhankelijkheid van de belasting kan gekozen worden uit drie vaste modellen:
•constante stroom: lineaire spanningsafhankelijkheid
•constant vermogen: geen spanningsafhankelijkheid
•constante weerstand: kwadratische spanningsafhankelijkheid
Gaussian Mixture-belasting op opwekking
Voor het bepalen van de belasting op opwekking op basis van type wordt gebruik gemaakt van het Gaussian Mixture-model. Voor een beschrijving van de methode, zie: Loadflow in Gaia met het GM-model.
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Type |
|
|
Keuze uit gedefinieerde GM-typen |
P |
0 |
kW |
Vermogen, als dit niet in het GM-type verwerkt is |
cos(φ) |
1 |
|
Arbeidsfactor |
Fase(n) |
Willekeurig |
|
Fase(n)keuze bij een apparaat kleiner dan 5 kW in een driefasenaansluiting |
Netbewust laden |
nee |
|
Mogelijkheid tot beperking van het vermogen volgens "netbewust laden" |
Warmtepomp
Een warmtepomp kan opgegeven worden met aantal en soort. In combinatie met het op te geven woningtype en woonoppervlakte, wordt volgens een ingebouwde tabel van Alliander het vermogen berekend. Hierin is al een zekere gelijktijdigheid verwerkt.
Een warmtepomp kan ook met het gewenste vermogen worden opgegeven
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Aantal |
0 |
|
Aantal warmtepompen of aantal kW |
Soort |
Grond |
|
Soort (grond, lucht of 1 kW) |
Woningtype |
Onbekend |
|
Type woning (n.v.t. bij "1 kW") |
Oppervlakte |
125 |
m² |
Gemiddelde woonoppervlakte (n.v.t. bij "1 kW") |
Cos(φ) |
0,9 |
|
Arbeidsfactor |
Profiel |
Default |
|
Naam van het profiel |
Openbare verlichting
De openbare verlichting wordt als belasting op de fasen ingevoerd. Invoergegevens zijn:
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Aantal |
0 |
|
Aantal OV-typen (lampen) |
Type |
|
|
Keuze uit OV-typen |
Fase(n) |
L1/L2/L3-N |
|
Geleiders, waarover de OV wordt verdeeld. Naar keuze: symmetrisch op drie fasen of per fase (230 V-typen) of tussen fasen (400 V-typen) |
De hulpaders kunnen met één schakelaar in de aansluiting worden geschakeld.
Indien het soort aansluiting lichtmast is, wijzigt het symbool van de aansluiting in verlichting.
Gedrag
De OV heeft altijd een constante stroomgedrag.
Opwekking
Een opwekking kan tussen fase en nul (L - N) of tussen twee fasen (L - L) worden aangebracht.
parameter |
Default |
Eenheid |
omschrijving |
P |
0 |
kW |
Reëel vermogen |
Q |
0 |
kvar |
Blindvermogen |
S |
0 |
kVA |
Schijnbaar vermogen |
I |
0 |
A |
Stroom |
cos phi |
1 |
|
Arbeidsfactor |
Sym. |
ja |
|
Symmetrische opwekking |
Gedrag |
Const.I |
|
Opwekkingsgedrag: constante admittantie/stroom/vermogen |
Profiel |
Default |
|
Naam van het opwekkingsprofiel |
Inschakelfrequentie |
0 |
keer per minuut |
Inschakelfrequentie |
Via de button Weergave kan worden omgeschakeld tussen de verschillende mogelijkheden om de opwekking in te voeren. De waarden worden hierbij naar elkaar omgerekend.
PV
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Pnom |
0 |
kWp |
Nominaal vermogen |
Oriëntatie |
180 |
° |
De windrichting waarin het paneel staat |
Helling |
36 |
° |
De hoek waaronder het paneel staat |
Schaling |
1000 |
‰ |
Schalingsfactor |
Profiel |
Default |
|
Naam van het zonneprofiel (factoren van de opgegeven schalingsfactor) |
Snom,inverter |
0 |
kVA |
Nominaal vermogen van de inverter |
Rendement |
93..97 % |
|
Rendementtype, als functie van het uitgangsvermogen |
Cos phi |
1 |
|
Vaste cosinus phi |
Fase(n) |
willekeurig |
|
Fase(n) |
Uuit |
1,1*Unom |
V |
Uitschakelspanning |
Q-regeling |
Vast |
|
Taktiek van de blindvermogensregeling |
P |
1 |
pu |
Input van de blindvermogensregeling of output van de vermogensregeling |
U |
1 |
pu |
Input van de (blind)vermogensregeling |
Q |
0 |
pu |
Output van de blindvermogensregeling |
Geen P, geen Q |
onwaar |
|
Als er geen actief vermogen wordt opgewekt, wordt er ook geen blindvermogen gegenereerd |
P-regeling |
Geen |
|
Taktiek van de vermogensregeling |
Aansluitkabel |
1,5 |
mm² |
Doorsnede van de aansluitkabel |
Lengte |
0 |
m |
Lengte van de aansluitkabel |
Windmolen
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Pnom |
0 |
kW |
Nominaal vermogen |
Soort |
5 à 1,80 m |
|
Het aantal bladen en lengte |
Wind |
11 |
m/s |
Windsnelheid |
Profiel |
Default |
|
Naam van het windprofiel (factoren van de opgegeven windsnelheid) |
Snom,inverter |
0 |
kVA |
Nominaal vermogen van de inverter |
Rendement |
100 % |
|
Rendementtype, als functie van het uitgangsvermogen |
Cos phi |
1 |
|
Vaste cosinus phi |
Fase(n) |
willekeurig |
|
Fase(n) |
Uuit |
1,1*Unom |
V |
Uitschakelspanning |
Q-regeling |
Vast |
|
Taktiek van de blindvermogensregeling |
P |
1 |
pu |
Input van de blindvermogensregeling |
U |
1 |
pu |
Input van de blindvermogensregeling |
Q |
0 |
pu |
Output van de blindvermogensregeling |
Geen P, geen Q |
onwaar |
|
Als er geen actief vermogen wordt opgewekt, wordt er ook geen blindvermogen gegenereerd |
Doorsnede |
1,5 |
mm² |
Doorsnede van de aansluitkabel |
Lengte |
0 |
m |
Lengte van de aansluitkabel |
Accu
Parameter |
Default |
Eenheid |
Omschrijving |
Capaciteit |
0 |
kWh |
Capaciteit |
C-rate |
0 |
/h |
Op- en ontlaadsnelheid |
P |
0 |
kW |
Opnemen van reëel vermogen |
Profiel |
Default |
|
Naam van het belastingsprofiel voor actief vermogen |
SoC |
50 |
% |
Initiële ladingstoestand (State Of Charge) |
Snom,inverter |
0 |
kVA |
Nominaal vermogen van de inverter |
Opladen |
|
|
Oplaadrendementtype, als functie van het ingangsvermogen |
Ontladen |
|
|
Ontlaadrendementtype, als functie van het uitgangsvermogen |
Cos phi |
1 |
|
Vaste cosinus phi |
HEMS |
|
|
HEMS aanwezig |
Regime |
|
|
Naam van het regime van de HEMS |
x |
|
|
Parameter voor de HEMS |
y |
|
|
Parameter voor de HEMS |
z |
|
|
Parameter voor de HEMS |
Het eenvoudigste HEMS-regime is “eigen stroom eerst”. Hierbij wordt getracht de uitwisseling met het netwerk nul te houden, door de accu aan te spreken.
De overige regimes zijn:
•Eerst x % terugleveren: lever eerst x % van de opwekcapaciteit terug aan het netwerk; het overschot kan in de accu.
•Later x % terugleveren; boven SoC y %: lever x % van de opwekcapaciteit terug aan het netwerk als de accu meer dan y % vol is; als de accu minder dan y % vol is, kan alles in de accu.
•'s Morgens leeg: ontlaad de accu ’s nachts, zodat er overdag ruimte is om opwek op te slaan.
•'s Nachts opladen met snelheid z: laad de accu ’s nachts op met snelheid z * C-rate.
•Timea winter; 's nachts opladen met snelheid z: tussen 17:00 h en 22:00 h: ontladen met snelheid 0,2; tussen 22:00 h en 6:00 h: oplad met snelheid z*Crate.
•Timea zomer; later x % terugleveren; boven SoC y %: tussen 17:00 h en 22:00 h: ontladen met snelheid 0,2; anders conform Later x % terugleveren; boven SoC y %.