<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >> Navigatie: Componenten en parameters > Overig > Kader |
Een kader is een rechthoek, polygoon of elips in het netschema, dat aangeeft dat enkele objecten bij elkaar horen. Dat kunnen bijvoorbeeld componenten van een onderstation zijn. Indien van het kader de Container-checkbox is aangevinkt, worden knooppunten, teksten, kaders en legenda's die in het netschema geheel binnen in een kader geplaatst zijn, bij het slepen bij elkaar gehouden.
Het kader heeft geen invloed op de berekeningen.
Kader definiëren
Een kader wordt in het netschema aangebracht met behulp van Invoegen | Illustraties | Kader of door met de rechtermuisknop in het netschema te klikken en Kader te kiezen.
De linkerbovenhoek van een kader komt op de plaats waar het laatst met de muis in het netschema is geklikt of waar met de rechtermuisknop wordt geklikt. De initiële grootte van het kader is vast. Het kan vergroot of verkleind worden door met de ingedrukte linkermuisknop een van de hoekpunten te verplaatsen. Het gehele kader kan verplaatst worden door een van de randen te verplaatsen.
Kader als polygoon, ellips of afbeelding
De vorm van het kader kan behalve een rechthoek ook een polygoon zijn. Een hoekpunt wordt toegevoegd door op een lijnstuk te klikken en vervolgens in het (popup)menu Knikken te kiezen. Een hoekpunt kan daarna verplaatst worden met ingedrukte linkermuisknop. Een hoekpunt wordt automatisch verwijderd als de aangrenzende lijnstukken (bijna) in het verlengde of op elkaar liggen.
De vorm van een kader kan ook een ellips zijn. De ellips kan vervormd worden met ingedrukte linkermuisknop beginnend op een van de snijpunten met de denkbeeldige horizontale en verticale assen.
Het kader kan ook een afbeelding bevatten. De grootte van de afbeelding bepaalt dan de grootte van het kader. Bij Presentatie kan een schalingsfactor worden opgegeven.
Objecten naar een kader verplaatsen
Knooppunten, teksten, kaders en leganda's kunnen in een kader geplaatst worden door deze ernaartoe te slepen. Een knooppunt of een tekst kan ook in een kader geplaatst worden door het kader over deze objecten te plaatsen. Behalve knooppunten en teksten kunnen ook kleinere kaders binnen een groter kader geplaatst worden.
Objecten uit een kader halen
Een knooppunt, tekst of kleiner kader kan uit een kader worden gehaald door deze er uit te slepen. Ook kunnen objecten uit het kader gehaald worden door het kader te verkleinen. Indien een kader wordt verwijderd, blijven alle erin geplaatste objecten bestaan.
Verplaatsen van een kader met objecten
Bij het slepen van een kader worden knooppunten, teksten en kleinere kaders mee verplaatst, indien van het kader de Container-checkbox is aangevinkt. De elementen worden met de knooppunten mee verplaatst. Een tak wordt in zijn geheel mee verplaatst indien beide knooppunten binnen het kader vallen.
PARAMETERS
Parameter |
Omschrijving |
Naam |
Naam van het kader |
Tekst |
Vrije tekst |
Afbeelding |
Naam van het afbeeldingsbestand; dit mag ook een url zijn |
Container |
Wel/niet bijeenhouden van objecten |
Standaard houdt een kader alle objecten die zich binnen de kaderrand bevinden bijeen. Als de checkbox bij Container wordt uitgevinkt, worden alle objecten losgelaten en kan het kader vrij verschoven worden.
Op het tabblad Presentatie worden ingevuld: de soort/vorm, de kleur, dikte en lijnstijl van het kader en de grootte van de tekst voor de naam.
Een kader kan voorzien worden van een aantal tekstregels.
Een kader kan opgevuld worden met een zekere kleur.