Blad

<< Klik om de inhoudsopgave weer te geven >>

Navigatie:  Gebruikersinterface > Weergave van het netwerk >

Blad

Een netwerk bestaat uit een of meerdere bladen, waarop zich de componenten bevinden.

Een blad heeft een naam, commentaar en een kleur. De bladen kunnen ten opzichte van elkaar verplaatst worden:

Tab verplaatsen naar links: toetsencombinatie Shift+PgUp

Tab verplaatsen naar rechts: toetsencombinatie Shift+PgDn.

 

De verbinding tussen twee bladen wordt gemaakt door een meervoudige presentatie van een knooppunt op de twee verschillende bladen.

 

Het aanmaken van een blad gaat met Invoegen | Diversen | Blad.

Het bewerken van een blad gaat met Start | Bewerken | Blad.

Het verwijderen van een blad waar geen componenten op staan, gaat met Start | Bewerken | Verwijderen | Blad. Voor het verwijderen van een ingevuld blad moeten dus eerst alle componenten (of hun meervoudige presentatie)  verwijderd worden.

 

Rasters

Naast een vast fijn raster (20 punten) kan per blad een grof raster en een kaartbladraster worden gedefinieerd. De maat van het raster kan als volgt worden ingesteld:

Grof raster: breedte en hoogte in aantallen fijnrasterpunten

Kaartbladraster:

okaartbladbreedte en -hoogte in aantallen fijnrasterpunten

orasterbreedte en - hoogte in aantallen kaartbladen

orasteroffset links en boven: offset voor eerste kaartblad indien niet in uiterste linkerbovenhoek van het werkblad, in aantallen kaartbladen.

 

De zichtbaarheid van de rasters kan worden ingesteld in de Opties bij Editor, Tekenen.

 

Rasters Gaia

Fijn raster en grof raster

 

Het kaartbladraster maakt het mogelijk een groot netwerk in te delen in een raster van kaartbladen, waarmee het bijvoorbeeld mogelijk is het grote netwerk op meerdere vooraf gedefinieerde A4-tjes af te drukken. Klik hiertoe met de rechtermuisknop in het gewenste kaartblad en kies: Kaartblad afdrukken. De kaartbladen worden automatisch genummerd, naar keuze oplopend van links naar rechts of van boven naar beneden. De nummering start bij het eerste blad linksboven. Dit eerste blad krijgt het nummer 1, vermeerderd met de Nummeroffset.

 

Bewerkingen

Alle bewerkingen vinden alleen plaats op het actieve blad. Er zijn echter twee bewerkingen die ook op andere bladen kunnen plaatsvinden:

Collectief bewerken, indien de checkbox Op alle bladen is aangevinkt en

Typen updaten, indien de checkbox Op alle bladen is aangevinkt.